Momenteel is het zo dat CKI’s in voorkomende gevallen kunnen besluiten om niet te sanctioneren indien er nog onvolkomenheden in het systeem zitten en de certificaathouder daardoor niet aan zijn verplichting m.b.v. het LAVS kan voldoen.
In de toelichting bij het schema is opgenomen dat er drie maanden na de inwerkingtreding van deze regeling een evaluatie van het LAVS plaatsvindt door de betrokken partijen in een regiegroep.
Die evaluatie heeft inmiddels plaatsgevonden en deze regiegroep zal een advies uitbrengen. Dit advies zal worden besproken in de CCvD vergadering van 14 juni a.s. Het CCvD zal dan een definitief advies aan het ministerie van SZW uitbrengen die daarna een besluit zal nemen omtrent het certificatieschema waarin het verplicht gebruik van LAVS is opgenomen.
Tot die tijd zijn de huidige eisen uit het schema en de toelichting daarop gewoon van kracht. CKI’s kunnen in geval van problemen met het LAVS die ertoe leiden dat een certificaathouder het systeem aantoonbaar niet kan gebruiken dus nog steeds betrekken bij hun oordeelvorming in het toezicht. Dit ontslaat een certificaathouder overigens niet van de informatieverplichtingen die op basis van het Arbobesluit bestaan, zoals het tijdig melden van het werk.
Bron: www.ascert.nl d.d. 2 juni 2017